Bijbels
humanist (Den Haag ca. 1440 - Den Haag 1524/1525)
Hij werd vervolgd en veroordeeld wegens ‘lutherse ketterij’, maar van Hoens
Zeer christelijke brief over het avondmaal des Heeren moest de Duitse kerkhervormer niets hebben. In deze verhandeling verwierp Hoen de
transsubstantiatieleer. ‘Dit is mijn lichaam,’ de inzettingwoorden van het
avondmaal, moesten volgens Hoen niet letterlijk maar overdrachtelijk worden opgevat, als ‘dit betekent mijn lichaam’. Hinne Rode, een andere wegbereider van de Nederlandse reformatie, liet het – anonieme – traktaat in 1521 aan
Erasmus en Luther een vruchtbare grond vonden om wortel te schieten. Daarnaast behoorde Hoen tot een Haags-Delftse kring van kerkhervormers waartoe onder meer eerdergenoemde Rode en
inquisitie tijdens de inventarisatie van zijn – later verbeurd verklaarde – goederen het epistel hadden gevonden dat een van de belangrijkste bronnen van de reformatorische avondmaalsleer zou worden. Het werd tenminste niet in de processtukken vermeld.
Het traktaat verscheen in 1525 in druk, nog steeds anoniem. De auteur was inmiddels overleden. Toen in april 1525 de vrijstelling op borgtocht van de Haags-Delftse kringleden werd vernieuwd maakte het vonnis geen melding meer van Cornelis Hoen. Hieruit moet worden opgemaakt dat hij in de tussenliggende tijd is overleden.
Auteur: Peter Bak, voor Protestant.nl, 25 november 2009
Verder lezen: Bart Jan Spruyt,
Cornelius Henrici Hoen (Honius) and His Epistle on the Eucharist (1525), (Leiden 1996)